
Controverse over rol van ventilatie bij corona-uitbraak in zorginstelling
Terwijl arts-microbioloog Peter de Man op 11 augustus in het tv-programma Op1 stelde dat het ventilatiesysteem voor de grote coronabesmetting bij zorginstelling De Tweemaster in Maassluis zorgde, maakte GGD Rotterdam-Rijnmond op dezelfde dag bekend dat dit niet het geval was. Ook het RIVM sloot zich later bij deze conclusie aan. Betrokken adviseur Richard van Toorenburg reageert op de beweringen van De Man.
Tekst: Uko Reinders
Eerst de voorgeschiedenis: eind juni kreeg zorginstelling De Tweemaster in Maassluis te maken met een coronauitbraak. Er werden 35 mensen besmet, waarvan 17 bewoners en 18 medewerkers. Acht bewoners zijn overleden. Om te achterhalen hoe deze ‘superspread’ kon plaatsvinden, is onderzoek verricht. Dat werd gecoördineerd door de GGD Rotterdam-Rijnmond, en ook arts-microbioloog Peter de Man van het Franciscus Gasthuis was erbij betrokken.
‘Afwijkend ventilatiesysteem’
Nog voordat het onderzoek was afgerond, gaf De Man op 11 augustus bij het tv-programma Op1 aan dat het ventilatiesysteem hoogstwaarschijnlijk de verspreider van het virus is geweest. Hij trok deze conclusie vanwege het volgens hem afwijkende ventilatiesysteem op de afdeling waar de grote besmetting plaatsvond. De zes andere afdelingen zijn volgens hem uitgerust met een ander systeem. Volgens De Man werd door het systeem bij minder dan 1.000 ppm CO₂ in de lucht geen buitenlucht bijgemengd, maar alleen binnenlucht gerecirculeerd. Hierdoor zouden volgens hem virusdeeltjes van een besmet persoon via luchtstroming bij andere personen terecht zijn gekomen.
Geen actieve virusdeeltjes
De GGD trekt een andere conclusie dan De Man. Volgens de dienst zijn er verschillende factoren die kunnen hebben bijgedragen aan de uitbraak. Zo werden klachten bij medewerkers niet herkend als COVID-19, waardoor de uitbraak later werd vastgesteld dan gewenst. Bewoners met klachten hebben elkaar in de tussentijd mogelijk besmet. Medewerkers droegen mondneusmaskers, maar kunnen elkaar tijdens de lunch hebben besmet omdat afstand houden daarbij niet altijd mogelijk was. Omdat het virus zich voornamelijk via grote druppels verspreidt, zijn dit volgens de GGD meer waarschijnlijke verspreidingsroutes dan via het ventilatiesysteem.
Zeer kleine hoeveelheid viraal RNA
Het ventilatiesysteem binnen de zorginstelling is ook onderzocht. De GGD meldt hierover dat bij stofmonsters die zijn afgenomen van de ventilatie-afvoer op twee kamers van patiënten een zeer kleine hoeveelheid viraal RNA werd gevonden. Dit was ook het geval in de afvoer van een ventilatiesysteem in een gezamenlijke huiskamer waar een coronapatiënt regelmatig aanwezig was. Het onderzoek heeft geen actieve virusdeeltjes aangetoond op de monsters die zijn afgenomen bij de ventilatiesystemen. Daarom lijkt het ventilatiesysteem volgens de GGD niet de meest waarschijnlijke besmettingsroute bij de verspreiding van corona bij De Tweemaster.
Periode tussen besmetting en monstername
Daar denkt microbioloog De Man anders over, zo bleek uit zijn analyse bij Op1. Dat er virusdeeltjes in het ventilatiesysteem zijn gevonden, is voor hem een aanwijzing dat de besmetting via deze weg kan hebben plaatsgevonden. Dat de deeltjes niet meer actief waren, doet daar niets aan af. Dat is volgens hem ook logisch, gezien de relatief lange tijd die tussen de besmetting en de monstername zit.
Adviseur reageert verbaasd
Richard van Toorenburg, operationeel directeur bij J. van Toorenburg, is verbaasd over de conclusie van De Man. Hij was als adviseur betrokken bij de installatie van het klimaatsysteem bij De Tweemaster, en daardoor ook bij het GGD-onderzoek waar hij inzage in heeft. Volgens Van Toorenburg zijn er twee stammen van COVID -19 in het verpleeghuis aangetroffen. 33 personen bleken besmet met stam B en twee met stam A. In het filter van het ventilatiesysteem is volgens hem alleen stam A aangetroffen. “Dat ondermijnt de bewering van De Man dat de virusdeeltjes in het filter aantonen dat het ventilatiesysteem voor de besmetting heeft gezorgd.”
Aanvulling
In de Volkskrant van 27 augustus stelt Aimee Tjon-A-Tsien, arts maatschappij en gezondheid bij de GGD Rotterdam-Rijnmond en ook betrokken bij het onderzoek, dat dit laatste – twee verschillende virusstammen – achteraf niet blijkt te kloppen: “Dat is (…) een verkeerde weergave geweest die in het rapport is rechtgezet. We hebben de monsters van het ventilatiesysteem niet kunnen genotyperen.”
‘Geen verspreiding deeltjes via recirculatie’
Volgens Van Toorenburg wijkt het ventilatiesysteem in de afdeling waar de besmetting plaatsvond niet af van dat op de andere afdelingen in het gebouw, zoals De Man volgens hem ten onrechte beweerde. En ook de stelling van de arts/viroloog dat er geen verse lucht wordt aangevoerd als het CO₂-gehalte daar geen aanleiding toe geeft, verwijst Van Toorenburg naar het land der fabelen. Om het CO₂-gehalte van de lucht te kunnen bepalen wordt er inderdaad lucht gerecirculeerd. “Maar dit gebeurt met dusdanig kleine hoeveelheden dat hierdoor geen deeltjes door een ruimte kunnen worden verspreid.” Het ventilatiesysteem in De Tweemaster is een decentraal systeem waarbij via fancoilunits de lucht wordt verwarmd of gekoeld.

Het onderzoek toont volgens de GGD het belang van voorlichting over gebruik van beschermingsmiddelen aan.
Airco in afwachting op koelmachine
De afwijking waar De Man op doelde heeft waarschijnlijk betrekking op een split-airco-unit. Alleen op de afdeling waar de besmetting plaatsvond was er een geïnstalleerd. Maar een airco is wat anders dan een ventilatiesysteem. Volgens Van Toorenburg was de airco geïnstalleerd omdat na de bouw de levering van de koelmachine nog even op zich liet wachten. Ter overbrugging is toen een airco plaatst. “Dat was een tijdelijke oplossing. De airco is nu niet meer nodig, maar hij is nooit weggehaald.” Dat de airco voor de grote besmetting heeft gezorgd is volgens de GGD echter niet aannemelijk.
Belang van goede voorlichting
De resultaten van het onderzoek naar de besmetting tonen volgens de GGD het belang van goede voorlichting aan zorgmedewerkers en bezoekers aan. Zo moeten ze goed worden voorgelicht over het juiste gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen en het naleven van maatregelen, zoals afstand houden. Daarbij is het ook belangrijk dat klachten bij bewoners en medewerkers snel herkend worden als mogelijke COVID-19-indicaties, zodat daar snel op kan worden ingespeeld. Ongeacht de rol van het ventilatiesysteem bij deze uitbraak blijft het volgens de GGD altijd van belang om voldoende en op de juiste manier te ventileren.
Gerelateerde artikelen over ventilatie en corona
- Corona-update: Van Dissel ‘te kort door de bocht’ over ventilatie op scholen
- “Coronacrisis is wake-up call: hoe gaan we het binnenklimaat in alle gebouwen gezonder maken?”
- Experts over installatietechnische maatregelen om coronabesmetting tegen te gaan
- Experts adviseren over ventilatie als extra maatregel tegen het coronavirus
- ‘Corona-crisis: wake-up call voor luchtkwaliteit basisscholen’
Een paar dingen zijn mij niet duidelijk.
Om het CO₂-gehalte van de lucht te kunnen bepalen wordt er inderdaad lucht gerecirculeerd. “Maar dit gebeurt met dusdanig kleine hoeveelheden dat hierdoor geen deeltjes door een ruimte kunnen worden verspreid.” Het ventilatiesysteem in De Tweemaster is een decentraal systeem waarbij via fancoilunits de lucht wordt verwarmd of gekoeld.
Om CO₂ te meten is recirculatie niet nodig, de meting heeft een functie vermoed ik. Waarom wordt CO₂ gemeten?
Bij fancoilunits is in de ruimte zeker sprake van recirculatie.
Voor mij is niet geheel duidelijk dat het ventilatie systeem, zoals beschreven, niet voor verspreiding van o.a virusdeeltjes kan zorgen. Lees bijv. ook het handboek installatietechniek
hoofdstuk 1.18 t.e.m 1.18.3.2 “binnenluchtkwaliteit”. ook de literatuur waarnaar verwezen wordt geeft voldoende informatie om e.e.a in twijfel te trekken.
Door later en achteraf metingen te verrichten kan men niet meer de situatie herleiden naar het moment van optreden.
Uiteraard kun je niet veel sporen van het virus in het retourfilter terugvinden. Dit filter is veel te grof zodat virussen/bacteriën vrije doorgang hebben. Zonder de situatie te kennen ben ik er van overtuigd dat er geen HEPA (H13/H14) filters zijn toegepast die het virus wel hadden afgevangen. Dan had ook geen besmetting op zo’n grote schaal plaatsgevonden.