
‘Green deal’ leidt tot keuze voor wko met warmtepompen bij ziekenhuis
(artikel) Het Amphia Ziekenhuis in Breda bestaat uit vier bouwdelen. Op installatiegebied heeft deze opdeling voordelen: de installaties kunnen per gebouw afgestemd worden.
Heleen Meinsma, architect bij Wiegerinck architectuur en stedenbouw, legt uit dat de nieuwbouw van het Amphia Ziekenhuis in Breda bestaat uit vier bouwblokken, te weten ‘oncologie’, ‘moeder-kind-centrum’, ‘bewegen’ en ‘hotfloor’. Met die laatste term worden het operatiecentrum, de spoedeisende hulp en intensive care aangeduid, vanwege hun kapitaalintensieve functie.
Vier bouwblokken
Middels de vier bouwblokken moet de menselijke maat in het ontwerp van dit ziekenhuis worden gebracht, vertelt Meinsma. “Dit wordt versterkt door een overdekte straat waaraan de voordeuren van de vier nieuwe bouwblokken duidelijk zichtbaar zijn. Als de bestaande bouw straks gerenoveerd is, wordt die ook onderdeel van deze straat. De poliklinieken zijn allemaal op de begane grond, met daarboven de verpleegafdelingen. In de kelders van de gebouwen is ruimte voor de logistiek die bij een ziekenhuis hoort.”
Gasgestookte stoomketels
Per bouwblok zijn de installaties op het gebruik afgestemd. “Het gebouw waarin de hot floor is gevestigd, is het deel waarin het meest intensief gebruik wordt gemaakt van installaties.” Dat wordt bevestigd door Ralph Postma, lead engineer bij Unica Installatietechniek. “In het bouwdeel met de hotfloor bevinden zich zestien operatiekamers en daarnaast de afdelingen Radiologie en Intensive Care. Vooral de operatiekamers vragen meer van de koelcapaciteit en het beheersen van de luchtvochtigheid. We ontvochtigen de lucht met een separaat koelsysteem dat naast de koeling uit de koudeopslag in de bodem en de warmtepompen functioneert. En waar de andere gebouwen qua verwarming helemaal gasloos zijn, wordt in dit specifieke bouwdeel nog gebruik gemaakt van gasgestookte stoomketels. Die worden vooral gebruikt om stoom te maken voor de sterilisatie en luchtbevochtiging, maar ze kunnen bij calamiteiten ook ingezet worden verwarming. Bijvoorbeeld als een van de warmtepompen in storing gaat.”
Geen energieprestatie-eisen
Het nieuwe Amphia Ziekenhuis wordt gebouwd door aannemersconsortium FourCare, dat bestaat uit Engie Services, Unica, Trebbe en Van Wijnen (oplevering juni 2019, opening december 2019). De nieuwbouw van het ziekenhuis heeft een oppervlakte van 76.000 m2. Naast de nieuwbouw zal ook zo’n 25.000 m² van het bestaande gebouw gerenoveerd worden, zodat het ziekenhuis één signatuur krijgt. Het is een groot project voor de betrokken partijen, vertelt Postma. “In het eerste jaar hebben we alleen de detaillering van het installatieontwerp gemaakt. De wensen van Amphia kwamen in het voorlopige installatieontwerp namelijk onvoldoende naar voren.”
Wko met drie brondoubletten
Voor het energieverbruik zijn geen prestatie-eisen vastgelegd, legt Postma uit. “Er waren alleen functionele eisen, dus er is niet gewerkt met een specifieke certificering. Wel heeft Amphia afspraken gemaakt met de gemeente Breda, in een Green Deal over de CO₂-uitstoot en het toepassen van een wko.” Om het ziekenhuis van koude en warmte te voorzien, is een wko met drie brondoubletten aangelegd, licht Postma toe. “De bronnen zijn gekoppeld aan vier Carrier-warmtepompen met schroefcompressoren met een totaal gezamenlijk vermogen van 2,5 MW. Met de warmtepompen slaan we duurzame koude op in de winter, die we in de zomer weer in kunnen zetten. Om de warmtevraag te beperken, is het gebouw heel goed geïsoleerd en voorzien van driedubbel glas. Zowel de warmtepompen als de luchtbehandelingskasten zijn ondergebracht in dakopbouwen.”
‘Uitval kan levens kosten’
Ziekenhuizen vragen om een eigen manier van ontwerpen, benadrukt Meinsma. “Om te beginnen, is het logistieke vraagstuk waanzinnig. Je moet goed nadenken over hoe de zorgprofessionals en patiënten met hun bezoekers zich door het gebouw bewegen. We analyseren waar deze groepen elkaar mogen kruisen, en waar juist niet. Dat vraagt om een slim ontwerp en het compact houden van de stromen in het gebouw.”
Ook op technisch vlak zijn de eisen in een ziekenhuis anders dan in andere gebouwen, vertelt Postma. “Er worden bijvoorbeeld medische gassen gebruikt, waarvoor speciale voorzieningen moeten worden getroffen. En in de ruimtes waar straling wordt gebruikt, worden andere wanden gebruikt waar je ook je leidingen op aan moet passen. Daarnaast is betrouwbaarheid erg belangrijk in een ziekenhuis. Uitval van luchtbehandeling en elektriciteit kan levens kosten, terwijl het in een kantoorgebouw alleen vervelend is. Back-upfaciliteiten zijn dan ook veel belangrijker dan in andere gebouwen. De luchtbehandelingskasten zijn zo ontworpen dat als er een uitvalt, de andere het over kan nemen.”
Lichtlijn langs de wand
Belangrijk is dat zowel de zorgprofessionals als patiënten met hun bezoekers zich thuis kunnen voelen in het gebouw, vertelt Meinsma. “We zorgen ervoor dat patiënten zicht naar buiten hebben en makkelijk hun weg kunnen vinden. Dat doen we hier onder meer door het ontwerpen van herkenbare binnentuinen.” Het zorgen voor meer comfort zit in kleine dingen, vertelt Meinsma. “Als je als patiënt door de gangen wordt gereden op een bed, is het onprettig om een plafond met veel overgangen te zien. Daarom hebben we de plafonds zo naadloos mogelijk gemaakt en hebben we geen lichtarmaturen dwars in het plafond geplaatst. We hebben dit opgelost door wanden aan te lichten met een lichtlijn langs de wand.”
Ontwerp operatiekamers
Het ontwerpen van het complex met de operatiekamers is erg specialistisch, benadrukt Meinsma. “Deze ruimten moeten een grote mate van reinheid hebben. Dat betekent dat we werken met de hoogste kwaliteit van afwerking. Daarnaast denken we na over hoe we vuil, zonder het met ‘schoon’ te kruisen, zo snel mogelijk uit de operatiekamer kunnen krijgen.” Wat het ontwerpen van ziekenhuizen dubbel ingewikkeld maakt, is een beperkt budget met een hoge kwaliteitseis, vindt Meinsma. “Dat is af en toe wel passen en meten, maar dat vind ik juist leuk.”

‘De plafondhoogte is vaak een onderwerp van discussie’.
Discussie met de installateur
Een onderwerp waar architecten en installateurs regelmatig over in de clinch liggen, zijn plafondhoogtes. Meinsma legt uit waarom: “Als architect zie ik natuurlijk het liefst hoge plafonds, maar voor installaties en leidingen is vaak veel ruimte nodig boven het systeemplafond. Omdat je de plafonds niet altijd zo hoog kunt maken als je wilt, in verband met het budget, levert dit weleens discussie op met de installateurs. Het is een spel waar je samen uit moet zien te komen.”
Ruimtebeslag van installaties
Postma bevestigt dat met name de verdiepingshoogtes een uitdaging vormden, en legt uit hoe dat volgens hem komt. “Wij kwamen pas aan het stuur toen het bouwkundig ontwerp eigenlijk al klaar was. Al vrij snel zagen wij dat er in de verdiepingen te weinig rekening gehouden was met het ruimtebeslag van de installaties. Maar je kunt niet zomaar 10 centimeter per verdieping extra toevoegen. Daarom zou het goed zijn geweest als we eerder bij het ontwerp betrokken waren, zodat we meer ruimte hadden kunnen bedingen voor de installaties. Nu was het af en toe behoorlijk passen en meten om het er allemaal in te krijgen.”