
Hergebruik restwarmte datacenters: oplossen knelpunten moet urgentie krijgen
De grote hoeveelheid restwarmte van datacenters wordt bij lange na niet optimaal benut. Vanwege de urgentie om de klimaatdoelen te halen, is het zaak dat knelpunten zo snel mogelijk worden weggenomen, aldus Uko Reinders, hoofdredacteur van RCC K&L.
“Met de restwarmte die de Noord-Hollandse industrie loost, kunnen in potentie bijna 2 miljoen woningen worden verwarmd. Dit meldde de provincie Noord-Holland onlangs op haar website en het blijkt uit onderzoek onder 65 bedrijven in de energiesector, de chemische- en voedselindustrie en de afvalverwerking. Ze zijn verantwoordelijk voor meer dan 95 procent van de potentiële restwarmte. Of de restwarmte daadwerkelijk gebruikt kan worden, is afhankelijk van onder meer de temperatuur en de afstand tot een warmtenet, zo valt te lezen.
De datacenters in Noord Holland zorgen ook voor veel restwarmte, zoals het Microsoft-datacenter in het tuinbouwgebied Agriport in Middenmeer. Onderzoeksbureau Berenschot schat de hoeveelheid restwarmte van circa 25 °C op circa 3,1 PJ. Met de beoogde uitbereiding loopt dat op tot 12 PJ. Ter vergelijking: de 20.500 huishoudens (en de utiliteitsbouw) in de gemeente Hollands Kroon, waarin het datacenter ligt, gebruiken gezamenlijk minder dan 1,0 PJ per jaar.
Met de locatie van het datacenter op Agriport was het de bedoeling de omliggende tuinbouwkassen, met een oppervlakte van 430 ha en een warmtevraag van 5,0 PJ, te verwarmen. Van dat plan is echter niets terechtgekomen. De reden is dat de temperatuur van de restwarmte van 25 ˚C te laag is om de kassen te verwarmen, zo laat ECW Energy, het energiebedrijf van de glastuinders, desgevraagd weten. En een warmtepomp toevoegen om de temperatuur te verhogen? Dat heeft geen zin, zo luidde het antwoord. In de winter worden de servers met buitenlucht gekoeld, zodat de restwarmte niet kan worden opgevangen.
Dat het opvangen van restwarmte in de winter wel kan, is te lezen in een artikel over een datacenter in Aalsmeer dat eerder dit jaar op deze site is gepubliceerd. Ook dit wordt in de winter met de buitenlucht gekoeld, maar de uitgaande lucht stroomt hier langs een warmtewisselaar, waarbij water wordt opgewarmd dat via een leiding van 1,4 km lengte naar drie afnemers gaat. Daar is het de bron van warmtepompen, die hierdoor met een laag energiegebruik ruimtes en een zwembad kunnen verwarmen. De restwarmte van het datacenter bedraagt 4 MW, waarvan nu 0,75 MW wordt benut.
Het benutten van de overige 3,25 MW is lastig. Bij Aalsmeer denk je aan tuinbouwkassen, maar die liggen te ver weg, wat de leiding te duur maakt. En woonhuizen verwarmen, dat wil het datacenter niet omdat het dan een officiële energieleverancier wordt met leveringsplicht en dus risico’s. De twee cases laten zien dat er nog veel water door den Rijn moet stroomen om restwarmte van datacenters en de industrie optimaal te benutten. Maar dat de knelpunten zo snel mogelijk weggenomen moeten worden, is boven elke twijfel verheven. Vanwege de urgentie om de klimaatdoelen te behalen, maar dat lijkt me wel duidelijk.”
Uko Reinders, hoofdredacteur RCC K&L