
Nieuwe stap in HFK-terugfasering nog zonder grote effecten
Een nieuwe stap in de terugfasering van F-gassen is gezet. De ‘quotum-sprong’ van 63 procent (2018-2020) naar 45 procent (2021) van het ijkpunt in 2015 heeft vooralsnog geen grote effecten op aanbod en prijs. Of dat zo blijft? “De voorraden raken een keer op, en wat dan?”
Tekst: Martijn Louws
Volgens Rob Wolthuizen van Uniechemie hebben aanbieders van koudemiddelen in 2020 flinke voorraden opgebouwd. “De prijs was vorig jaar laag, en het aanbod goed. Daarom heeft men flink ingeslagen en die voorraden zijn nu nog volop beschikbaar. Dat drukt de prijs, ondanks dat het F-gassenquotum kleiner is geworden.”
Invloed van coronavirus
Tegelijkertijd is de vraag naar koudemiddel momenteel ook niet extreem groot. Onder meer vanwege het coronavirus zijn projecten uitgesteld of zelfs afgeblazen, waardoor er minder druk op de koudemiddelenmarkt ligt. “Ook dat zorgt er voor een deel voor dat de prijzen redelijk stabiel zijn”, zegt Wolthuizen.
Extreme prijsverhogingen in 2017
In 2017 was dat volledig anders. In dat jaar ging het F-gassenquotum terug van 93 procent in (2016-2017) naar 63 procent (2018-2020). Wolthuizen: “Omdat de vraag toen hoog was, leidde dat tot extreme prijsverhogingen.” Zo steeg de prijs van met name hoog-GWP-koudemiddelen als R404A en R507A zelfs met enkele honderden procenten. Maar ook de prijzen van koudemiddelen met een lager GWP, zoals de R404A-alternatieven R448A en R449A, hadden met forse prijsstijgingen te maken. “Die gekte zien we nu nog niet. Maar hoe dat over een paar maanden is, kan ik niet zeggen. De voorraden raken natuurlijk een keer op, en wat dan? Misschien is dit de stilte voor de storm.”

Dat de HFK-quotumvreters R404A en R507in de koeltechniek – en dan met name supermarkten – snel plaats hebben gemaakt voor koudemiddelen met lagere GWP-waarden, komt de verkopers van R410A-VRF-systemen goed uit. Dit stelt Uko Reinders, hoofdredacteur van RCC K&L.
In dit artikel gaat hij er verder op in.
Beroep op de markt
Wolthuizen doet een beroep op de markt om vooral in te zetten op verandering. “Ik vind de branche soms nog wat passief op dit vlak. Er zijn heel veel goede laag-GWP-alternatieven beschikbaar. En ja, het is nieuw, maar het is niet spannend. En nee, klanten vragen er niet veel naar. Maar toch: neem het voortouw. Geef klanten uitleg over de quotumregeling en de afnemende beschikbaarheid van hoog-GWP-koudemiddelen. Dat werkt stabiliserend in de markt, en daar heeft iedereen juist in deze tijd baat bij.”
Goed informeren van klanten
Wolthuizen denkt dat installateurs zichzelf met het goed informeren van de klanten een dienst bewijzen. “Want wat als je er niets over zegt en de klant heeft een lek? Dan kun je straks het koudemiddel misschien niet meer leveren, of alleen tegen een extreem hoge prijs. Dan sta je voor een voldongen feit. Mijn tip: wees dat voor.”
Uniechemie heeft die rol al gepakt. ”We geven onze klanten meer informatie over de veranderingen die noodzakelijk zijn. Onder meer via onze socialmedia-kanalen en e-mailings vertellen we over marktontwikkelingen, over nieuwe koudemiddelen die beschikbaar zijn en waar deze zijn toe te passen.”
Bij Uniechemie ziet men mogelijkheden voor RS-53 (R470A). Dit is een nieuwe niet-ontvlambare drop-in-vervanger voor R410A, met een GWP-waarde van 988, minder dan de helft van die van R410A (2.088). R470A heeft volgens Uniechemie vergelijkbare thermodynamische prestaties als R410A, met een bijbehorende energie-efficiëntie en koelcapaciteit. En het koudemiddel heeft voordelen ten opzichte van andere vervangers zoals R32. Dat middel kan worden gebruikt als vervanger voor R410A in nieuwe apparatuur, maar is niet geschikt voor gebruik in bestaande apparatuur, omdat het ontvlambaar is. R470A is daarentegen een goede retrofit-oplossing. Wolthuizen: “Verder zien we mogelijkheden voor het nieuwe koudemiddel RS-51 (R470B). Dat is een uitstekende vervanger van R507A en R404A. RS-51 heeft een GWP-waarde van iets meer dan 700 en is daarom zeer interessant.”
Geef een reactie