
Scholen gaan weer open: vijf tips voor een gezond binnenklimaat
Een van de maatregelen om stapje voor stapje uit de ‘intelligente lockdown’ te komen, is dat dat basisscholen en de kinderopvang op 11 mei weer opengaan. Leerlingen gaan dan voor ongeveer de helft van hun lestijd naar school, in kleinere groepen. Welke maatregelen zijn belangrijk om ze een gezond binnenklimaat te bieden en de kans op coronabesmetting te verkleinen? Atze Boerstra en Froukje van Dijken van bba binnenmilieu geven vijf tips.
Tekst: Martijn Louws
1. Luchten, luchten, luchten
Zet ramen en deuren open, voor, tijdens en na schooltijd. Voor scholen met natuurlijke ventilatie geldt: luchten, luchten en luchten. De lokalen zijn een paar weken niet bezet geweest. Zorg er daarom in ieder geval voor dat er goed is gelucht voordat de eerste docenten en kinderen op 11 mei binnenwandelen. Ook tijdens de lessen, in pauzes en na schooltijd moet voldoende en frequenter dan normaal worden geventileerd. Dat is de eerste en belangrijkste stap zodra de scholen weer opengaan, maar ook vlak daarvoor. In een later stadium kunnen installateurs scholen met natuurlijke ventilatie adviseren over manieren om de luchtverversing te optimaliseren zonder risico op tocht, zodat de situatie structureel wordt verbeterd.
2. Schakel CO₂-sturing uit
Vraaggestuurde ventilatiesystemen gebruiken CO₂-sensoren om het ventilatiedebiet te regelen. Als de scholen en lokalen straks maar voor de helft zijn bezet, meet een CO₂-sensor automatisch een lage waarde. Hierdoor toert het ventilatiesysteem niet op. De totale ventilatiecapaciteit blijft zo onbenut, terwijl daarmee een veel betere luchtkwaliteit kan worden gerealiseerd. De oplossing? Schakel de CO₂-sturing uit en regel de installatie op kloktijden, zodat er altijd voluit wordt geventileerd tijdens schooltijd. Dat is de snelste en makkelijkste manier om na 11 mei tot een goed binnenklimaat te komen. Stel de kloktijden zo in dat de installatie ruim voor de docent de klas binnenkomt aanslaat. En de installatie mag pas uitschakelen wanneer de docent het lokaal aan het einde van de dag verlaat. Natuurlijk vraagt dit meer energie, maar gedurende deze pandemie heeft gezondheid voorrang.
3. Zet stoplichtsignalering in
Aangezien de situatie op 11 mei anders is dan normaal – de lokalen zijn half bezet en er zullen ruimten gebruikt worden die normaal niet als lokaal fungeren – is het ook een idee om de installatie niet op kloktijden te regelen, maar een CO₂-meter met stoplichtsignalering te gebruiken. De stoplichtsignalering geeft aan wanneer ventileren noodzakelijk is. Dit creëert bewustzijn bij de schooldirectie en leraren, waardoor de bestaande ventilatiemogelijkheden in een werkruimte automatisch beter worden benut. Let wel op dat de CO₂-stoplichten anders worden ingesteld dan volgens de standaard. Bij 700 ppm mag het oranje lichtje al branden; bij 800 ppm is het rood en moet er zeker meer worden geventileerd.
Als de scholen op 11 mei weer open gaan, zijn sommige installaties wekenlang niet gebruikt. Draai daarom in de dagen voordat het pand weer opengaat de leidingwaterkranen open en laat ze doorstromen om de kans op legionella te verkleinen. Vul eventuele schrobputjes om zeker te weten dat er geen open verbinding is met lucht uit het riool. Kijk daarnaast goed naar de sanitaire ruimte en informeer de schoolleiding over het belang van ventilatie in die ruimten. Controleer of alle watertappunten werken en overleg waar nodig met de school om ze te repareren of aan te sluiten. Alle docenten en leerlingen moeten straks meerdere keren per dag de handen wassen, dus hoe meer waterpunten, hoe beter. Wijs scholen daarnaast ook op het belang van een deksel op de wc-brillen. Het sluiten van dit deksel bij het doortrekken voorkomt dat minuscule waterdruppels in de lucht komen, waarmee het coronavirus zich mogelijk kan verspreiden.

De prioriteit bij scholen ligt nu op het inrichten van het onderwijs volgens de actuele richtlijnen.
4. Stel prioriteiten
Filters vernieuwen voor een gezonder binnenklimaat? Of juist meer koele lucht de lokalen inblazen, in de veronderstelling dat het coronavirus zich hierdoor minder snel verspreidt? Het is allebei overbodig. Vervang filters alleen wanneer dat nodig is, en niet vanwege de huidige situatie. En ja, uit onderzoek is gebleken dat het coronavirus beter gedijt in warme dan in koude lucht. Maar het is onnodig en niet zinvol om in scholen de setpoints van de klimaatinstallatie bij te stellen naar lagere waarden. Datzelfde geldt voor plaatsen van luchtbevochtigers. Er is geen bewijs dat dit effectief is, dus doe het niet. Focus op zaken die er echt toe doen, zoals goede ventilatie.
5. Controleer de installatie
Een installatie onderhouden is één. Maar levert de installatie ook de juiste prestaties, wordt er voldoende lucht de lokalen ingeblazen en heeft die lucht de juiste temperatuur? Dat wordt nogal eens vergeten, terwijl het juist in deze tijd essentieel is. In een normale situatie ga je bij een klaslokaal of vergaderruimte vaak uit van een verse luchttoevoer van 30 m³/h per persoon. Dit is echt onvoldoende als je het risico op virusoverdracht via de binnenlucht wilt beperken. Een veilig niveau is 60 à 80 m³/h per persoon. Controleer dit en pas het waar mogelijk aan. Lukt dat niet meteen, maak dan de afspraak om het in de zomer aan te pakken. De prioriteit bij scholen ligt nu immers op het inrichten van het onderwijs volgens de actuele richtlijnen. Men zit op dit moment niet te wachten op een installateur die plafonds verwijdert en met ladders en gereedschap de boel aan het repareren is.
Gerelateerde artikelen over klimaatsystemen in scholen en kinderopvang
- Conceptvergelijking helpt scholen bij keuze ventilatiesysteem
- Klimaatgroep Holland maakt scholen aardbevingsbestendig en gasloos
- Terugblik VSK 2018 (1): Schoolventilatie en perssysteem voor buisverbindingen
- Basisschool met ‘all electric’-installatie heeft betere luchtkwaliteit tegen lagere kosten
- Kinderdagverblijf voldoet aan strengere eisen in Bouwbesluit