
Verslag: bijeenkomst Carrier over aanscherping Ecodesign-regelgeving
De energietransitie betekent nogal wat voor apparaten voor koeling en verwarming. Ze moeten bijvoorbeeld voldoen aan strengere Ecodesign-eisen, en dat heeft gevolgen voor fabrikanten zoals Carrier.
Het bedrijf organiseerde op 23 november een informatiemiddag over dit onderwerp. Ook het HFO-koudemiddel R1234ze(E) kwam aan de orde. Dit laag-GWP alternatief voor R134a heeft potentie als het om betere energie-efficiëntie gaat, maar bij toepassing ervan is er een aantal aandachtspunten.
Aangescherpte eisen
In het eerste deel van de bijeenkomst van Carrier kwamen de aangescherpte eisen van de Ecodesign-richtlijn aan die orde. Die zijn het gevolg van de energietransitie. De Europese doelstelling voor 2020 zijn twintig procent minder CO₂-uitstoot, twintig procent minder energiegebruik en twintig procent meer inzet van duurzame energie. Dat allemaal in vergelijking met 1990. De doelstellingen voor 2030 gaan uiteraard verder; met betrekking tot het verminderen van de broeikasgasemissies is 40 procent afgesproken, het aandeel hernieuwbare energie moet 27 procent worden, en de energiebesparing 30 procent.
Regels en richtlijnen
Om aan de doelstellingen te voldoen, zijn regels, wetten en richtlijnen uitgevaardigd. De Europese Ecodesign directive is er daar een van. De tekst van die directive is voor een leek redelijk onbegrijpelijk, zo blijkt uit de oorspronkelijke richtlijn 2009/125/EG. Die luidt: ‘betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen in zake ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten.‘ Een bedrijf als Carrier kan echter niet om de tekst heen. Het bedrijf is verplicht om zich aan Ecodesign te houden. Dat is wettelijk vastgelegd, ondanks dat de term ‘richtlijn’ anders doet vermoeden.
CE-keurmerk
Onder de hoofdrichtlijn 2009/125/EG vallen tal van subrichtlijnen. Die zijn opgesteld voor specifieke producten, zoals TV’s, koelkasten en computerapparatuur, maar ook voor isolatie en warmtepompen. Die subrichtlijnen bestaan uit uitgebreide documentatie met onder meer de beschrijving van de prestaties van producten, met daarbij de minimale rendementseisen. Het energielabel voor consumentenproducten is daarvan een uitvloeisel. Het geeft consumenten de mogelijkheid een keuze te maken op basis van energiegebruik. Hoewel het woord ‘richtlijn’ een zekere vrijblijvendheid suggereert, is daar volgens Ed van Kempen, productspecialist bij Carrier, geen sprake van. Het is wettelijk verplicht om producten aan Ecodesign te laten voldoen, en dat is ook nodig om aan het CE-keurmerk te komen. Dit keurmerk is verplicht voor alle producten op de Europese markt.
De Ecodesign-richtlijnen worden van tijd tot tijd aangescherpt. Het gevolg is dat producten die niet aan de nieuwe richtlijnen voldoen uit de markt moeten worden gehaald. Daarmee stimuleert de EU dat apparaten en systemen steeds minder schadelijk voor het klimaat worden. De aanscherping van een Ecodesign-richtlijnen is terug te zien aan de zogenaamde niveau’s waarmee ze worden aangeduid. Dat begint met niveau 1 en gaat aanscherpingen verder met niveau 2, niveau 3, enz.
Ruimteverwarming
Van de richtlijn voor ruimte verwarming (< 400 kW) 2013/813 is in september dit jaar de aangescherpte versie niveau 2 uitgebracht. Op 1 januari 2018 komt er voor comfortkoeling en proceskoeling LWT ≤ 2ᵒ C met de 2016/2281 een nieuwe richtlijn. Deze wordt in januari 2021 verder aangescherpt. Voor proceskoeling met een LWT van ≤ -8ᵒ C geldt richtlijn 2015/1095. Hiervoor komt in juli 2018 niveau 2. Voor Carrier betekenen deze richtlijnen en aanscherpingen dat producten aan de nieuwe eisen moeten voldoen. Van Kempen: “Het gaat daarbij om de toepassingen. Als producten voor verschillende toepassingen worden gebruikt, moeten ze in een aantal gevallen aan de eisen van al die toepassingen voldoen. Dat maakt het lastig. Een installatie kan bijvoorbeeld zowel voor proces- als comfortkoeling worden gebruikt, en kan voor de ene toepassing wel voldoen en voor de andere niet. De toepassing moeten we weten, registeren en documenteren. Dat betekent veel uitzoekwerk. Of het apparaat of system uiteindelijk daadwerkelijk voor de geregistreerde toepassing wordt gebruikt, is de verantwoordelijkheid van de eindgebruiker.”
Prestatie-coëfficiënten
Een andere verandering in de aanduiding van de prestaties van apparaten en systemen is dat de EER en COP verdwijnen. Daarvoor in de plaats komen de prestatie-coëfficiënten SEPR (voor proceskoeling), SEER (voor comfortkoeling) en SCOP (voor verwarming). Dit is gebaseerd op het jaargebruik, en bij het energiegebruik worden alle relevante invloeden meegenomen. De SCOP houdt bijvoorbeeld rekening met de klimaatzone, waardoor deze coëfficiënt een betere benadering van de realiteit geeft.
De coëfficiënten kunnen via berekening worden omgezet in de Etas (Ns). Dit cijfer maakt een vergelijking van het energiegebruik tussen producten met verschillende energiebronnen mogelijk, zoals met de ηs-heat het energiegebruik van verwarmingsketels met gas of olie als bron kan worden vergeleken met dat van elektrische warmtepompen. Carrier heef de documentatie op zijn website staan; de gegevens zijn het resultaat van eigen testen in een laboratorium. “Deze testen en de documentatie maakt het een stuk ingewikkelder om producten op de Europese markt te brengen.” zegt Van Kempen. Volgens Dick van Giezen, directeur van Carrier Benelux, is het gevolg dat dit voor veel bedrijven een te grote hobbel betekent. “Vooral voor kleine bedrijven is dat het geval. Daarom zie je veel fusies ontstaan, ook bij ons, met de overname van CIAT.”
HFO-koudemiddel
Het tweede deel van de bijeenkomst ging over koudemiddelen. Aangestipt werd dat elk koudemiddel zwakke en sterke kanten kent, zoals een lage of hoge GWP-waarde. En elk koudemiddel past bij een bepaald temperatuurgebied. Voor het temperatuurgebied waarin Carrier actief is, zijn volgens Van Kempen chemische koudemiddelen de beste optie. Lange tijd was dat R134a, maar de GWP van 1.430 is gezien de HFK-uitfasering aan de hoge kant. Carrier heeft daarom na onderzoek gekozen voor R1234ze(E), een HFO-koudemiddel met een GWP onder de 1 dat R134a ook in bestaande apparaten kan vervangen. Deze HFO wordt niet in het HFK-afbouwschema meegenomen, zodat het geen last heeft van prijsstijgingen. “De prijzen van HFO’s liggen hoger dan die van HFK’s, maar de verschillen worden kleiner. Sommige HFK’s zijn al duurder dan HFO’s”, aldus Van Kempen.
De keuze voor R1234ze(E) heeft ook een nadeel. Met dit koudemiddel wordt het koelvermogen van installaties minder groot. “Met de HFO in een chiller is het koelvermogen zo’n 20 tot 25 procent kleiner, waardoor een grotere machine nodig is om hetzelfde vermogen te bereiken. Dat betekent hogere kosten”, aldus Van Kempen. Daar staat volgens hem weer tegenover dat het rendement ongeveer 5 procent verbetert, met een lager energiegebruik als positieve gevolg. “Hierdoor en vanwege de lage GWP levert R1234ze(E) BREEAM-punten op; ook dat is een pluspunt”, aldus Van Kempen.
Brandbaar
Het nieuwe koudemiddel R1234ze(E) is ingedeeld in veiligheidsklasse A2L. Dat betekent dat het niet giftig is, maar in bepaalde omstandigheden wel brandbaar. Wanneer het koudemiddel zou lekken in een technische ruimte kan het in bepaalde gevallen tot ontbranding komen. Het ontwerp van apparaten is daarom aangepast. Daarbij voor wordt rekening gehouden met het worst case scenario waarbij in een keer al het koudemiddel uit de machine lekt.
Zo moet de schakelkast voorzien zijn van een ventilator die voor overdruk zorgt, waardoor eventueel lekkend koudemiddel niet binnenkomt. Vanwege de aanpassingen heeft Carrier voor de technische ruimte een product bulletin opgesteld. Daarin staat alles over de opstelling van de machines en de geventileerde omkasting, zodat ontsnappend koudemiddel meteen naar buiten gaat. Inmiddels is al een aantal koelmachines met de HFO in gebruik genomen, zoals bij het Radboud Universitair Medisch Centrum in Nijmegen. Volgens Van Kempen kiezen bedrijven vooral vanwege het gunstige effect op het milieu voor de HFO: “klanten die een keuze maken op basis van prijs zullen eerder kiezen voor een HFK. Maar die keuze brengt wel het risico op afnemende beschikbaarheid met zich mee.