Certificering van warmtepomp of koelinstallatie nodig? ECH helpt

Certificering van warmtepomp of koelinstallatie nodig? ECH helpt

Wanneer jouw bedrijf een warmtepomp of koelinstallatie heeft of plaatst, moet je gecertificeerd zijn. Energie Consult Holland (ECH) is een certificeringsinstantie voor het keuren van drukapparatuur en f-gassen bedrijfscertificering.

In warmtepompen, koelinstallaties en (multi-split) airco-units wordt in het algemeen gewerkt met een inwendige overdruk van meer dan 0,5 bar(g). Op deze drukapparatuur is de Pressure Equipment Directive 2014/68/EU (PED) van toepassing. De PED is in Nederland van toepassing op nieuwe drukapparatuur.

De installateur die een warmtepomp, koelinstallatie of multi-split (airco-unit) installeert wordt volgens de PED beschouwd als fabrikant. Een installateur die een buitenunit koppelt aan een binnenunit, is dus ook fabrikant volgens de PED. Gebruik dit overzichtelijke stappenschema om te starten met het voldoen aan de PED voor warmtepompen en koelinstallaties.

Voldoen aan essentiële eisen

De druk en het soort (natuurlijke) koudemiddel (zoals CO2, propaan of R32) in de koelinstallatie levert risico’s op voor personen die hieraan werken of die aanwezig zijn in de buurt van deze installaties. De PED bepaalt dat, afhankelijk van het risico, de installateur een certificeringsinstantie moet inschakelen om te beoordelen of er is voldaan aan de essentiële veiligheidseisen. Deze certificeringsinstantie wordt ook wel een EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie (EU-CBI of NoBo) genoemd.

Vanaf risicocategorie II houdt de EU-CBI toezicht”

Volgens de PED kan je drukapparatuur in vijf risicocategorieën indelen. Bij drukapparatuur die valt in PED-artikel 4.3 of categorie I doet de installateur zelf de controle. Vanaf risicocategorie II houdt de EU-CBI toezicht. Bij drukapparatuur in categorie II is het toezicht veelal beperkt tot een eindcontrole op basis van een steekproef. De EU-CBI stelt voor categorieën II, III en IV een inspectierapport of certificaat op voor de installateur als bewijs van het toezicht. Bij drukapparatuur in de hoogste risicocategorie (categorie IV) houdt de EU-CBI toezicht vanaf het ontwerp van de installatie tot en met de eindcontrole.

Risicoanalyse

De installateur heeft de plicht om van zijn drukapparatuur een risicoanalyse te maken. Bij het installeren van een warmtepomp of koelinstallatie moet hij rekening houden met deze risicoanalyse en is hij verplicht te voldoen aan de essentiële veiligheidseisen.

Door middel van het aanbrengen van CE-markering geeft de installateur aan dat de warmtepomp of koelinstallatie voldoet aan deze essentiële veiligheidseisen. Verder stelt de installateur een conformiteitsverklaring op waarin hij verklaart dat de installatie voldoet aan de PED en levert hij een gebruiksaanwijzing voor de gebruiker.

Het WBDA 2016 bepaalt dat de gebruiker afhankelijk van de risicocategorie óók een certificeringsinstantie moet inschakelen”

Warenwetbesluit drukapparatuur 2016

Drukapparatuur die in Nederland wordt geplaatst of verplaatst valt onder het Warenwetbesluit drukapparatuur 2016 (WBDA 2016). Het WBDA 2016 bepaalt dat de gebruiker afhankelijk van de risicocategorie óók een certificeringsinstantie moet inschakelen om te beoordelen of de drukapparatuur (bijvoorbeeld een warmtepomp of koelinstallatie) veilig in gebruik genomen kan worden. Deze certificeringsinstantie is een NL-conformiteitsbeoordelingsinstantie (NL-CBI).

Warmtepompen en koelinstallaties in categorie III en IV moeten voorafgaand aan de ingebruikneming worden gekeurd door een NL-CBI. De lagere categorieën zullen door een deskundige volgens de Arbowet gekeurd moeten worden. Hiervoor kan je ook een NL-CBI inschakelen. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker deze keuringen te laten uitvoeren. Na 4 jaar volgt de eerste herkeuring en daarna kan de termijn naar maximaal 6 jaar.

Een installateur is verantwoordelijk om een EU-CBI of NoBo in te schakelen om aan de PED te voldoen. De eigenaar/gebruiker is verantwoordelijk om een NL-CBI in te schakelen om aan de WBDA 2016 te voldoen. De installateur mag dit wel namens de gebruiker organiseren om hem te ontzorgen.

F-gassen bedrijfscertificaat regelen

Apparaten zoals warmtepompen, koelinstallaties en (multi-split) airco-units worden meestal gekoeld met schadelijke, synthetische koudemiddelen (f-gassen). Zonder f-gassen certificaat mag je geen warmtepomp, koelinstallatie of airco installeren.

Voor de bedrijfscertificering f-gassen zijn in de wet een aantal eisen opgenomen. Deze certificatie-eisen zijn opgenomen in de Beoordelingsrichtlijn voor het certificaat f-gassen voor ondernemingen (BRL 100). Deze eisen hebben betrekking op het kwaliteitsmanagementsysteem. In dit systeem wordt geborgd dat het bedrijf de juiste procedures, werkinstructies, formulieren, koudemiddelenregistraties en gereedschappen gebruikt.

ECH kan een initiële audit en inspectie uitvoeren zodat aangetoond kan worden dat het bedrijf aan alle eisen uit de f-gassen verordening en de BRL 100 voldoet. Al na enkele weken wordt dan het voorlopige certificaat f-gassen afgegeven. Het definitieve certificaat volgt binnen een jaar na de initiële inspectie.

Meer weten over de PED, WBDA 2016, PGS 13 of NPR 7601?

Als installateur of gebruiker van een warmtepomp of koelinstallatie heb je te maken met diverse wet- en regelgeving. Naast het WBDA 2016 zijn er ook eisen vanuit de PGS 13, de NPR 7600, de NPR 7601 en de f-gassenverordening.

Wil je meer weten over al deze onderwerpen? Bekijk dan het aanbod cursussen van ECH. Deze zijn afgestemd op de praktijk en worden gegeven door enthousiaste inspecteurs en adviseurs met kennis van zaken.

Dit artikel is gesponsord door Energie Consult Holland BV.