
Nieuwe praktijkrichtlijnen voor brandbare koudemiddelen en CO2
(artikel) Praktijkrichtlijn NPR7600 over brandbare koudemiddelen krijgt een update; ook gassen als R32 vallen er straks onder. Daarnaast wordt dit najaar de vernieuwde NPR7601 over koudemiddel CO₂ gepubliceerd.
Tekst: Richard Mooi
De praktijkrichtlijn NPR7600 richt zich op koelinstallaties en warmtepompen met koolwaterstoffen als koudemiddel, voornamelijk propaan. De NPR7601 is de leidraad voor installaties die met CO₂ zijn gevuld. Diverse hoofdstukken van beide NPR’s kregen ruim vijf jaar geleden een wettelijke status via het Activiteitenbesluit.
Aangepaste internationale normen
Inmiddels vinden de brancheorganisaties NVKL en KNVvK het tijd voor een update, want in de tussentijd zijn diverse Europese en internationale normen gewijzigd, zoals de EN378 en ISO817. Dit voorjaar werden de wijzigingsvoorstellen toegelicht, tijdens een bijeenkomst bij Aeres Tech in Ede. De meeste wijzigingen doen zich voor bij de NPR7600. De titel ervan is al veranderd. Die van de nu geldende NPR luidt ‘Toepassing van koolwaterstoffen als koudemiddel in koelsystemen en warmtepompen’. Bij de nieuwe versie is de term ‘koolwaterstoffen’ vervangen door ‘brandbare koudemiddelen.’ In 2013 lag de nadruk vooral op propaan (R290), maar inmiddels zijn ook HFK´s en HFO-koudemiddelen als R32, R1234yf en R1234ze in opmars; koudemiddelen die eveneens brandbaar zijn. “Wij willen dat alle brandbare koudemiddelen veilig worden gebruikt”, vertelde Chris van der Lande namens de normwerkgroep.
Veiligheidsclassificatie vindt voortaan plaats in vier in plaats van drie categorieën:
• Niet brandbaar (klasse A1)
• Matig brandbaar (klasse A2L)
• Brandbaar (klasse A2)
• Sterk brandbaar (klasse A3)
Risicoanalyse bij brand- of explosiegevaar
Welke maatregelen een installateur en gebruiker moeten nemen om een installatie met brandbare koudemiddelen veilig te laten werken, staat in tabellen. Het merendeel van de opstellingssituaties is gelijk gebleven, maar de opstelling in een geventileerde omkasting is als aparte opstellingsklasse toegevoegd. Leidt het vrijkomen van het koudemiddel tot brand- of explosiegevaar, dan moet de installateur dit in een risicoanalyse vastleggen. “Aan de hand hiervan kan hij bepalen of er extra maatregelen nodig zijn”, verduidelijkt Van der Lande.

Veiligheidseisen hangen samen met de opstellingssituatie: binnen, buiten, of met een verbonden buiten- en binnenunit.
Verschillende opstellingssituaties
De eisen zijn per situatie verschillend. “De installatie kan buiten staan, in de open lucht. De installatie kan ook binnen staan, al dan niet in een geventileerde omkasting. Maar je hebt ook airco’s met een buiten- en binnenunit die middels leidingen met elkaar zijn verbonden. Daarbij kan de koudemiddelinhoud ook binnen vrijkomen.” Ook bepalend is of de installatie in een ruimte staat die is afgesloten en alleen toegankelijk is voor bevoegd personeel. In zo’n situatie kan een grotere hoeveelheid koudemiddel veilig worden toegepast.
Extra veiligheidsvoorzieningen
De NPR7600 komt in beeld als de koudemiddelinhoud groter is dan 150 gram. Kleinere huishoudkoelkasten en warmtepompboilers zijn vrijgesteld. Van der Lande: “Onder de 150 gram hoef je niets te doen. Daarboven bestaat de mogelijkheid dat er extra veiligheidsvoorzieningen nodig zijn, in veel gevallen gebaseerd op een risicoanalyse.”
Ook voor koudemiddelen uit de A2-klasse en de ‘matig brandbare’-klasse A2L waar bijvoorbeeld R32 onder valt, ligt de grens op 150 gram. Daar is niet iedereen blij mee, bleek tijdens de bijeenkomst in Ede. Er zijn plannen om de volumegrenzen in een bovenliggende Europese norm op te rekken: voor koudemiddelen uit categorie A3 naar 500 gram, en voor die uit de categorieën A2 en A2L naar 1,2 kg. In de tekst van de gewijzigde NPR is opgenomen dat toekomstige veranderingen automatisch worden overgenomen. De kans dat die veranderingen er spoedig komen, is echter niet zo groot. De nationale elektrotechnische normcommissie NEC61 heeft onlangs tegen aanpassingen van de productnorm IEC 60335-2 gestemd. Daardoor is het wijzigingsvoorstel met één stem internationaal afgewezen. “Daarmee is dit wijzigingsproces minimaal een jaar vertraagd,” zegt NPR-werkgroeplid René van Gerwen.
(N.B.: Inmiddels lijkt de uitslag van de stemming waar René van Gerwen tijdens de bijeenkomst naar verwees, te worden herzien)
Normaliter heeft een Nederlandse praktijkrichtlijn (NPR) een vrijwillige status. Een dergelijke richtlijn omvat praktische uitwerkingen van bepalingen in normen, en toelichtingen op normen. Dat is bij de NPR7600 en 7601 echter anders. In het Activiteitenbesluit, onderdeel van de Wet Milieubeheer, worden drie hoofdstukken uit beide NPR’s (deels) aangewezen. Die hoofdstukken hebben daarmee een wettelijke status, maar alleen als het om koolwaterstoffen en CO₂ gaat. Het Activiteitenbesluit noemt de brandbare HFO- en HFK-koudemiddelen namelijk niet. De status voor koolwaterstoffen en CO₂ geldt vanaf een koudemiddelinhoud van 5 kg bij koolwaterstoffen en vanaf 10 kg bij CO₂. Installaties met kleinere koudemiddelvolumes vallen niet onder deze eisen van het Activiteitenbesluit, en dan geldt bijvoorbeeld ook niet de persoonscertificering voor monteurs. Dat betekent echter niet dat warmtepompen met minder dan 5 kg propaan (R290) vogelvrij zijn verklaard, zegt NPR-werkgroeplid René van Gerwen: “Je hebt in het Activiteitenbesluit ook de algemene zorgplicht. Je kunt daarom niet zeggen dat de NPR in die gevallen helemaal niet van toepassing is.”
Noodstop- en alarmeringssysteem
Een belangrijke wijziging stelt de NPR7600-werkgroep voor in het hoofdstuk over veiligheidsvoorzieningen, oftewel het noodstop- en alarmeringssysteem. Die voorzieningen komen in het wijzigingsvoorstel al vrij snel in beeld. Als de wijzigingen worden doorgevoerd, is een noodstopsysteem straks nodig bij koelinstallaties met meer dan 2,5 kg koudemiddelen uit klasse A3. Die grens ligt nu nog bij 5 kg. Voor A2/A2L-koudemiddelen ligt de voorgestelde grens bij 5 kg. Dat betekent dat iets grotere airco’s en monoblock-warmtepompen voor buitenopstelling met koudemiddel R32 een noodstopvoorziening moeten krijgen.
Geen onderscheid tussen A3 en A2/A2L
Tijdens de presentatie in Ede ontstond de nodige discussie over de noodzaak van een alarmeringssysteem. “Dat is vereist bij installaties met brandbaar koudemiddel”, doceerde Van der Lande tijdens de bijeenkomst. Er wordt in de wijzigingsvoorstellen – opvallend genoeg – echter geen ondergrens genoemd vanaf wanneer een alarmeringssysteem verplicht is. Ook is op dit punt geen onderscheid voorgesteld tussen categorie A3 en A2/A2L, waar minder brandbare koudemiddelen onder vallen. Dat verbaasde de aanwezigen in de zaal. In de huidige NPR staat namelijk dat een alarmeringssysteem verplicht is bij installaties met meer dan 5 kg koolwaterstoffen, maar die ondergrens is in de voorstellen dus geschrapt. “De verwachting is dat de commentaren op dit punt tot een aanpassing van het huidige tekstvoorstel zullen leiden,” voorspelt Van Gerwen.
Persoons- maar geen bedrijfscertificering
Een ander voorstel is om de keuringsplicht in de nieuwe NPR7600 van 12 naar 5 kg te verlagen, en daarmee het Activiteitenbesluit te volgen dat op dit punt al in 2015 werd aangepast. Bij een volume van meer dan 5 kg koolwaterstoffen geldt dat een installatie minimaal eens per jaar moet worden gecontroleerd op veilig functioneren, lekkage en energiezuinigheid, door installatie- of onderhoudspersoneel met een competentiecertificaat. Volgens Van der Lande zijn de opleidingen voor deze koudemiddelen om die reden erg populair: ”Ze zitten vol.” Het Activiteitenbesluit stelt de inzet van gecertificeerde monteurs en onderhoudspersoneel verplicht, maar er is geen verplichte bedrijfscertificering. Toch is zo’n bedrijfscertificering wel verstandig, vindt Van der Lande. “Als je laat controleren dat je aan allerlei regels voldoet, ben je ervan verzekerd dat je het goed voor elkaar hebt. Maak je dan een fout en ontploft er wat, dan kun je aantonen dat je er alles aan hebt gedaan om dat te voorkomen. Dat kan zonder bedrijfscertificering weleens lastig zijn. Het meest eenvoudige is om het bedrijfscertificaat voor brandbare koudemiddelen te koppelen aan de F-gassencertificering.”

Voor de NPR7601 zijn wijzigingen voorgesteld omdat inmiddels de nodige ervaring met CO₂-koelinstallaties is opgedaan.
Wijzigingen in NPR voor CO₂
Ook voor de NPR7601, de praktijkrichtlijn voor het werken met CO₂ als koudemiddel, zijn wijzigingen voorgesteld. Die wijzigingen zijn nodig omdat inmiddels de nodige ervaring met CO₂-koelinstallaties is opgedaan. In de voorgestelde update is onder andere een hogere detectiewaarde opgenomen. De detectiewaarde lag eerst op 5.000 ppm, maar wordt in het voorstel opgetrokken naar 19.000 ppm. Dit om te voorkomen dat er voortdurend valse meldingen ontstaan, bijvoorbeeld door gisting van producten in een koelcel. Als dat laatste gebeurt wordt de ondergrens van 5.000 ppm al snel overschreden, vertelde Jeroen Vredenberg, voorzitter van de werpgroep die het wijzigingsvoorstel voor de NPR7601 samenstelde.
Geen detectieplicht bij ‘ongestoord leidingwerk’
Ook is de manier van detectie hierin beter omschreven. Die hoeft niet meer op het laagste punt te zijn gemonteerd, maar mag in een koelcel met voortdurende draaiende ventilatoren ook hoger worden opgehangen. Detectie is in het voorstel verplicht bij systemen met meer dan 10 kg CO₂ aan boord. De detectieplicht vervalt echter bij installaties met ‘ongestoord leidingwerk’. Daar valt een installatie onder met gelaste koudemiddelleidingen van staal of RVS. Dat geldt echter niet voor hardgesoldeerde koperen leidingen, waarschuwde Vredenberg. Ook bij appendages in een leiding is geen sprake meer van ongestoord leidingwerk. De frequentie van lekdetectie zoals opgenomen in de huidige NPR7601 wordt als te hoog ervaren, bij heel grote systemen moet zelfs tot twaalf keer per jaar worden gecontroleerd. In het voorstel wordt de controlefrequentie teruggeschroefd tot 1 keer per jaar, maar wel met een kanttekening: “Bij lekverliezen dient de frequentie te worden verhoogd.” Tot hoe vaak die frequentie daarbij moet worden verhoogd, is nog onbekend. Dat wordt naar verwachting in de definitieve versie duidelijk gemaakt.
Op https://normontwerpen.nen.nl is de complete tekst te bekijken en kan tot 1 juni commentaar worden geleverd. De werkgroepen NPR 7600/7601 beoordelen de commentaren en verwerken ze al dan niet in de norm. NEN streeft ernaar om de nieuwe NPR’en in het najaar klaar te hebben.
> Leestips:
Actieve rol KNVvK bij technische ontwikkelingen warmtepompen.
Discussieavond: ‘CO₂-transkritisch: de koudwatervrees voorbij?’
ILT spreekt op koudemiddelencongres over aanpak illegale handel.
Europese prijsdaling koudemiddelen zet door.