
Opperbeste stemming op goed gewaardeerd Koudecongres
Met bijna 180 deelnemers was het Koudecongres, dat op 4 november plaatsvond in het Van der Valk-hotel in Tiel, goed bezocht. De reacties waren overwegend positief. Zo werd de diepgang van de presentaties zeer gewaardeerd. En de stemming was opperbest; het deed de deelnemers zichtbaar goed om hun vakgenoten weer live te kunnen spreken.
Tekst: Uko Reinders
Het congres werd afgetrapt door Anouk Dijkstra. Zij is de kersverse voorzitter van de knvvk & young cool, de vereniging die het inhoudelijke deel van het congres voor haar rekening nam. Vlak voor aanvang van het congres werd Dijkstra tijdens de bestuursvergadering tot voorzitter gekozen. Ze kondigde de dagvoorzitters Jeroen Vredenberg van Vredenberg Coolconsult en ‘young cooler’ Twan Aarts van Verbrugge Koeltechniek aan. Dijkstra: “Met Twan Aarts als dagvoorzitter willen we duidelijk maken dat jongeren belangrijk zijn voor onze vereniging en dat de deur voor hen openstaat.”
Opvallend veel jongeren
Dat met het streven naar verjonging al een goed begin is gemaakt, werd duidelijk bij een blik op de zaal, waar in vergelijking met eerdere congressen opvallend veel jongeren waren te zien. Naast Aarts waren ook meer jongeren op het podium te vinden, zoals Rob Schaak van Energie Consult Holland, die een presentatie over young cool hield. Hij wees erop dat zijn leeftijdsgenoten veel waarde hechten aan kennisoverdracht van de oudere op de jongere generatie. “Belangrijk daarbij is dat jongeren vragen durven te stellen.” En hij wees erop dat jongeren ook van elkaar kunnen leren binnen de vereniging. Volgens Schaak werken veel ‘young coolers’ weliswaar bij concurrerende bedrijven, maar valt de rivaliteit die dit zou kunnen opleveren weg binnen de vereniging.
Enthousiasme over sprekers en diepgang presentaties
De congresgangers bleken het programma goed te waarderen, zo maakten de eerste resultaten van een enquête duidelijk. Dat bleek ook uit gesprekken in de wandelgangen van het congres. Congresdeelnemers waren zowel enthousiast over de sprekers en de diepgang van hun presentaties, als over het netwerken in de pauzes en tijdens de afsluitende borrel. De sfeer was goed en straalde saamhorigheid uit. Het laatste live congres vond plaats in 2019. Noodgedwongen volgde een jaar later een online evenement. De reacties waren duidelijk: digitaal is niet zo geschikt voor een congres. Dat werd bevestigd door de enthousiaste geluiden over Tiel.
Grote passie voor het vak
Voor een van de deelnemers, Patrick van Doorn van Westfalen Gassen, was dit het eerste Koudecongres. “Ik vond de presentaties heel interessant, ze zijn een goede aanvulling op mijn kennis van de koudetechniek. En het was interessant om vakgenoten te ontmoeten.” Het viel Van Doorn op dat naast de jongere generatie ook de nodige oudere congresgangers aanwezig waren. “Mooi om te zien dat zij, ondanks dat ze waarschijnlijk al met pensioen zijn, nog steeds komen. Het zegt iets over hun grote passie voor het vak.”
Minder afstandelijk is fijn
Naima Zarrouk van InnoGreenChem heeft al meerdere koudecongressen bezocht, en dit jaar ook andere congressen, maar ze vond de sfeer nergens zo goed als in Tiel. “Het was minder afstandelijk, wat heel fijn is. Je komt daardoor gemakkelijker met mensen in gesprek en leert zo meer nieuwe mensen kennen.” Wat haar verder opviel, is dat verduurzaming veel serieuzer wordt genomen dan twee jaar geleden. “Bedrijven praten er niet alleen over, maar gaan er ook daadwerkelijk mee aan de slag.” Ook over de presentaties was Zarrouk goed te spreken. Ze gaven haar de nodige nieuwe inzichten, die ook relevant zijn voor haar werkterrein, dat zich op het gebied van natuurlijke koudedragers bevindt.
“We moeten een inhaalslag maken”
De eerste spreker op het congres was Andy Pearson van Star Refrigeration uit Schotland. Hij ging in op het hoofdthema ‘innovatie’. Om te innoveren, moet je zowel een optimistisch karakter hebben – om steeds weer door te gaan – als een pessimistisch – om problemen te herkennen. Hij vindt dat er in de koeltechniek minder is geïnnoveerd dan bijvoorbeeld in de auto- industrie, telefonie en luchtvaart. “We moeten een inhaalslag maken, bijvoorbeeld door de efficiëntie fors te vergroten.”
Vragen blijven stellen
De conclusie van Pearson luidde dat bedrijven en werknemers moeten blijven innoveren door producten en processen te verbeteren. Dat de creativiteit van jongeren daarbij moet worden gekoesterd, dat je moet durven te stoppen als een project nergens toe leidt, dat je ook met onbekenden moet praten om op nieuwe ideeën te komen en dat je vragen moet blijven stellen, zoals je dat ooit als kleuter ook deed.
Leren over natuurlijke koudemiddelen
Na Pearson betraden Wil van den Kerkhof van Servex en Steven Lobregt van Sparkling Projects het podium. Servex heeft in 2014 besloten om alleen nog maar installaties met natuurlijke koudemiddelen te maken en sindsdien is de omzet verdubbeld. Om over natuurlijke koudemiddelen te leren, te testen en op te leiden heeft Van den Kerkhof eerst een proefunit gebouwd, met negen installaties. Een van projecten die daarop volgden, betrof een warmtepomp voor een kuikenbroederij. Betrouwbaarheid en de juiste temperatuur zijn uiterst belangrijk voor de gevoelige beestjes, dus dat was meteen een goede praktijktest en die verliep volgens Van den Kerkhof goed.
Gasketel in één dag vervangen door warmtepomp
Wat bij een kuikenbroederij kan, kan zeker ook bij een wooncomplex, dacht Van den Kerkhof. Zo gedacht, zo gedaan: het volgende project werd de verduurzaming van een flat. Daar werd de gasketel in één dag vervangen door een HT-cascadewarmtepomp met propaan- en isobutaancircuits. Door de hoge temperaturen die konden worden gemaakt, was isolatie niet nodig en de radiatoren konden blijven hangen. Volgens Lobregt zou met renoveren de CO2-uitstoot verder verlaagd kunnen worden, maar dat zorgt ook voor hogere huren, wat problemen kan opleveren.
Lobregt brak ook nog een lans voor centrale warmtepompen in plaats individuele systemen per woning, wat minder efficiënt is. En voor natuurlijke koudemiddelen. Hij constateerde dat woningcorporaties geen kennis van koudemiddelen hebben en dus ook niet weten wat de schadelijke gevolgen van vrijgekomen F-gassen zijn.
Geluid van warmtepompen
Geluid was het onderwerp van een andere spreker op het hoofdpodium: Pieter Bas van Luipen van Peutz. Ook hij ging in op warmtepompen, maar in zijn geval ging het over de kleinere systemen die bij of in huizen staan opgesteld. Voor binnen en buiten zijn er geluidsregels die in het Bouwbesluit zijn opgenomen. Er bestaan volgens Van Luipen onduidelijkheden en misvattingen over de regels, zoals over de te beoordelen maximale geluidsdruk bij het maximale toerental en tonaal geluid. Volgens Van Luipen is er dichtbij de warmtepomp bij hoge vermogens altijd sprake van tonaal geluid, maar kan tonaliteit buiten op afstand minder zijn door maskering van omgevingsgeluid.
Kanttekeningen bij rekentool geluid
De rekentool waarmee de geluidsdruk op de perceelgrens vooraf bepaald kan worden, kan voor standaardsituaties handig zijn, maar berekent volgens Van Luipen in bepaalde situaties te pessimistische waarden. Zo zorgt afscherming in de rekentool voor 5 dB(A) minder geluidsdruk, maar in feite hangt dat af van de mate van afscherming en kan de reductie tot 20 dB(A) bedragen. Daardoor is de rekentool geen goede oplossing voor complexe situaties waarbij sprake kan zijn van veel afscherming of reflectie. Dan kan het lonen om een nauwkeurigere berekening met geomilieu uit te voeren.
Geluidshinder voorkomen
Algemene adviezen van Van Luipen zijn het logisch kiezen van opstellingslocaties (goed afgeschermd of op voldoende afstand tot buitenverblijfsruimte en ramen), ervaring opdoen met praktijksituaties waar geen hinder optreedt, robuuste systemen ontwerpen, hoogwaardige componenten gebruiken, veel buffercapaciteit, slimme anticiperende regeling, het in de praktijk maximaal te leveren vermogen lager instellen dan technisch haalbaar is, systemen voorzien van avond/nachtstand en goede trillingisolatie toepassen bij alle componenten.
Stromingspatronen ammoniak in platenwisselaars
Met Maaike Leichsenring van Alfa Laval kwam er weer een ‘young cooler’ op het podium, Zij ging in op haar onderzoek naar stromingspatronen van ammoniak in platenwisselaars. De eerste stap was een speurtocht naar materiaal om een transparante wisselaar te maken voor een agressief medium als ammoniak. Transparant materiaal was nodig om de stroming te kunnen bekijken. Ze vond dat uiteindelijk en kon aan de slag met de experimenten.
Gedrag van tweefase-vloeistoffen
Wat ze bij de experimenten zag, was dat de optredende stromingspatronen van ammoniak anders waren dan werd voorspeld in wetenschappelijke literatuur. Bij tweefase-vloeistoffen kunnen door software aannames worden gemaakt over het gedrag van de stroming, en die zijn van invloed op de berekeningen. De verwachting is dat wanneer het stromingspatroon beter voorspeld kan worden, warmteoverdracht en drukvalberekeningen nog accurater kunnen worden. “Hoe meer inzicht er komt in het gedrag van tweefase-vloeistoffen, hoe beter apparatuur kan worden geïnnoveerd”, zei Leichsenring.
Menselijk brein en innovatie
Na de sprekers met lezingen waarin de nadruk vooral op techniek lag, kwam Arno Folkerts met een lezing over hoe het menselijk brein met veranderingen of innovatie omgaat. Hoe het brein werkt en reageert is volgens hem al vastgelegd in de prehistorie, toen ‘we’ nog allemaal jagers waren en in kleine groepen samenleefden. Die groepen waren niet groter dan 150 mensen. Binnen dat maximum voelden mensen zich veilig, waardoor ze gingen samenwerken en innoveren.
Leiders zijn belangrijk
Maar innoveren ging niet vanzelf; het kostte extra energie voor jagers, daarom waren ze er geen voorstander van. En omdat ons brein niet is veranderd, geldt dat vandaag de dag nog steeds. Om toch te kunnen innoveren, waren leiders belangrijk, zo stelt Folkerts. Die moesten betrouwbaar, empathisch en ervaren zijn. De veranderingen die ze doorvoerden moesten wel voor verbeteringen zorgen. Lukte dat niet, dan verzetten de mensen zich, vanuit hun brein, tegen de leider. Die werd dan vervangen.
Focus op wat er wel goed gaat
Wat betreft weerstand tegen veranderingen en de rol van leiders is er sindsdien niets veranderd. “Dat zag je bij de mobiele telefoon, waar aanvankelijk veel mensen niets in zagen. Nu wel, wat komt doordat ook de cultuur van communiceren is veranderd.” Het brein wil volgens Folkerts dat mensen het liefst met gelijken omgaan. “Maar voor innovatie kom je het verst met tegenstellingen in groepen. En het brein is gefocust op fouten, terwijl je voor innovatie juist ook moet kijken naar wat er wel goed gaat.”
Elektriciteitsverbruik in deellast blijft hoog
Naast de sprekers op het hoofdpodium waren er ook een aantal die in kleinere zalen keuzesessies presenteerden. Een van die sessies ging over perenbewaring, waarbij de theorie (uitgelegd door Edo Wissink van de WUR) werd vergeleken met de praktijk (Gian Piels van Nedcool). De koeling en vochtbeheersing van de peren bij Nedcool vindt plaats door regelmatige korte, krachtige koelacties in de verschillende cellen. De koeling vind plaats met een ammoniakinstallatie met frequentieregeling. Als die in deellast draait, blijft het elektriciteitsgebruik veel hoger dan theoretisch zou moeten. Piels meet dit met een ampèretang. Om zo min mogelijk stroom te gebruiken, doet hij de tuning nu zelf, waarbij hij ernaar streeft om zoveel mogelijk op vollast te draaien. Dat is niet ideaal natuurlijk, daarom zou er volgens hem software moeten komen die op basis van feitelijk elektriciteitsgebruik de installatie aanstuurt.
Minder debiet door EC-ventilatoren
Een ander probleem waar Piels tegenaan loopt, is dat de geïnstalleerde EC-ventilatoren in de verdampers minder debiet leveren dan ze theoretisch zouden moeten. Voor de krachtige, korte koelacties die voor een homogene temperatuurverdeling in de cellen moeten zorgen, is veel luchtdebiet nodig. Daarmee moet een goede doorstroming door de kisten met peren worden gerealiseerd. Voor een gelijk debiet in een vol beladen cel heeft een EC-ventilator echter 10 tot 20 procent meer geïnstalleerd vermogen nodig dan een AC-ventilator. Dat maakt dat het energiegebruik van EC-fans 10 tot 20 procent hoger is, terwijl dit type ventilator juist zuiniger zou moet zijn dan een AC-type.
Weinig incidenten door koudemiddelen
Een andere spreker in het keuzeprogramma was Andy Pearson. Dit was zijn tweede presentatie van de dag. Nu hij toch op het congres is, kunnen we hem maar beter zoveel mogelijk laten vertellen, was de gedachte van de congresorganisatoren. Pearson stemde daarmee in en ging in deze sessie in op de risico’s die koelinstallaties kunnen opleveren. Daarbij gaan de gedachten al snel uit naar koudemiddelen; die zijn giftig of brandbaar. Uiteindelijk kunnen alle koudemiddelen dodelijk zijn, stelde Pearson vast. De kans op incidenten als gevolg van koudemiddelen is volgens hem echter klein. Een inventaris van de incidenten maakte duidelijk dat het werken op grote hoogtes en het tillen van zware installaties of onderdelen de grootste boosdoeners zijn.

De winnaars van van de knvvk & young cool Innovatieprijs 2021: Jan van Sambeek (links) en Niels Govers.
Knvvk & young cool Innovatieprijs voor Torus Cooling
Tijdens het congres werd de knvvk & young cool Innovatieprijs 2021 uitgereikt. De zaal kon kiezen uit vier finalisten die tijdens het congres een pitch hielden. Winnaar werd Torus Cooling, met de H2Cool (the Age to Cool), een innovatief koelsysteem voor waterstoftankstations. Koeling is nodig bij het vullen van vaten en het tanken van waterstof in (personen)voertuigen. Dat komt doordat bij expansie waterstof wordt opgewarmd (het Joules Thomson-effect). De H2Cool is een koelunit met een warmtewisselaar (badverdamper) waar de waterstof via een PS 1100 bar-leiding een traject in aflegt. De koeling (op -40 ˚C) geschiedt met natuurlijke koudemiddelen (propaan en propeen).
De andere finalisten waren LU-VE, GEA en Orange Climate Autarkis. De innovatie van LU-VE was IGEA. Dit is een methode om met een filter op de luchtkoeler ongewenste stoffen als virussen (onder meer COVID-19), bacteriën en ook gassen uit de lucht te halen. Hierbij wordt gebruikgemaakt van fotokatalytische werking in een Tungsten Trioxide-filter. Deze werking wordt geactiveerd middels een ledlamp. Ook ethyleengas wordt geabsorbeerd, wat gunstig is voor de houdbaarheid van groente en fruit.
GEA deed met de slimme industriële warmtepompserie RedGenium mee aan de wedstrijd. De serie, bedoeld voor stads- en procesverwarmingstoepassingen, heeft een hogere toevoertemperatuur en een vermogen van circa 2,5 MW. Het hart van deze serie wordt gevormd door de volledig nieuwe zuigercompressorserie GEA Grasso V XHP. De innovatie van Orange Climate Autarkis is de PCM-radiator. Met het phase change material wordt warmte gebufferd op een radiator. Het bedrijf heeft ook een PCM-klimaatvloer ontwikkeld.