
Toen: weerstand tegen warmtepompen
Nu: de strijd is gewonnen
In de RCC K&L van mei 1997 schreef Onno Kleefkens een artikel met als titel ‘Warmtepompen passen in een duurzame energiehuishouding’. Voor nu zou zo’n titel een open deur zijn. 25 jaar geleden lag dat anders.
Tekst: Uko Reinders
Het artikel ging in op onderzoek waaruit bleek dat het energiegebruik van elektrische warmtepompen voor woningverwarming lager was dan dat van een hr-cv-ketel, mits er gekozen wordt voor de bodem als bron. De elektrische warmtepomp gold daarmee als duurzame optie. Dat gold toen niet voor elektrische warmtepompen met lucht als bron, waarvan het energiegebruik destijds nog hoger lag dan dat van een cv-ketel.
“We deden wat fout in Nederland”
Terugkijkend vertelt Onno Kleefkens dat er 25 jaar geleden over het algemeen niet zo positief over warmtepompen werd gedacht. Ook niet door de overheid, waar hij sinds 1990 bij het Ministerie van Economische Zaken (EZ) onderzoek naar warmtepompen deed. “Ze waren nog in ontwikkeling en functioneerden niet altijd goed. Op studiereizen in Japan, Zweden en Zwitserland kreeg ik echter een heel ander beeld. We deden dus wat fout in Nederland.”
Programma voor de ontwikkeling van warmtepompen
In 1993 besloot EZ de warmtepomp als duurzame energie-optie te erkennen. Kleefkens: “Duurzame energie was toen vooral belangrijk als oplossing voor de oprakende fossiele brandstoffen en om minder afhankelijk van het Midden-Oosten te zijn. In mindere mate ging het om het tegengaan van de aardeopwarming.” EZ startte een speciaal programma voor de ontwikkeling van warmtepompen, dat door TNO werd uitgevoerd. “Niet door Novem (de voorloper van RVO, red). Dat had geen vertrouwen in warmtepompen, maar kwam daar later op terug.”
Conservatisme in de markt
Uiteindelijk heeft het ruim twintig jaar geduurd voordat de warmtepomp echt zou doorbreken. Dat dit zo lang duurde, komt volgens Kleefkens vooral door conservatisme in de markt en de daaruit voortkomende weerstand tegen innovatie. Daardoor werd het geduld van ‘mister warmtepomp’ behoorlijk op de proef gesteld. Lachend: “Gelukkig ben ik als ‘Tweeling’ altijd optimistisch.”
Geen bekommering meer over warmtepompen
Dat neemt niet weg dat de ontwikkelingen in de tussenjaren niet stilstonden. Kleefkens noemt de warmtepompcompetitie van 1997 als belangrijk moment voor de productie in Nederland en de ontwikkeling van hybride systemen. Inmiddels is Kleefkens gepensioneerd en werkt hij aan een boek over een bierbrouwerij. Over warmtepompen bekommert hij zich niet echt meer. Dat is ook niet meer nodig: “Ondanks dat er nog steeds weerstand is, is de strijd vrijwel gewonnen.”